Jeugdhulppartijen slaan handen ineen voor betere continuïteit jeugdhulp

Na anderhalf jaar intensieve samenwerking ondertekenen de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (namens Jeugdzorg Nederland, de Nederlandse ggz, de VGN en VOBC), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de ministeries van Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ook namens de Jeugdautoriteit) op 1 juli het convenant ‘Bevorderen Continuïteit Jeugdhulp‘. Partijen maken afspraken waarmee zij voorkomen dat de jeugdhulp aan jeugdigen en hun ouders of wettelijke vertegenwoordigers (tijdelijk) weg kan vallen omdat bijvoorbeeld aanbieders in (financiële) problemen komen.

Stelselpartijen met het convenant
Beeld: ©De Jeugdautoriteit

Het convenant toont de gezamenlijke inzet van jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen, jeugdzorgregio’s, gemeenten en het Rijk om de continuïteit van zorg te borgen voor alle kinderen, jongeren, en gezinnen die dat nodig hebben. Met het ondertekenen van het convenant zetten aanbieders, gemeenten en het Rijk samen een belangrijke stap om meer rust in het jeugdstelsel te brengen en continuïteit van zorg te bevorderen. In de podcast “Jeugdhulp: Altijd beschikbaar!” wisselen convenantpartijen (Paul Blokhuis, Sander Dekker, Veronique Esman, Léon Meijer en Karel Schuurman) van gedachten over gemaakte afspraken en hoe ze samen verder te brengen voor betere continuïteit van jeugdhulp.

Voorkomen van continuïteitsrisico’s

Om risico’s op het wegvallen van jeugdhulp zoveel mogelijk te voorkomen, is een zorgvuldig contracteerproces van jeugdhulp, inclusief het goede gesprek over de opbouw en totstandkoming van tarieven, van belang. Het convenant biedt jeugdzorgregio’s, gemeenten, jeugdzorgaanbieders en gecertificeerde instellingen hiervoor een handreiking, die in het op te richten kennis-en informatiepunt tarieven verder wordt verfijnd.

Ook wordt er een geschillencommissie opgericht. Ontstaan er gedurende het inkoopproces of tijdens de looptijd van een contract geschillen die de jeugdzorgregio/gemeente en jeugdzorgaanbieder/gecertificeerde instelling ook na bemiddeling niet kunnen oplossen, dan kunnen zij zich richten tot die geschillencommissie om een gang naar de rechter te voorkomen.

Signaleren en beheersen van continuïteitsrisico’s

Wanneer risico’s op het wegvallen van jeugdhulp ontstaan is het belangrijk ze vroegtijdig te signaleren en beheersen, zodat de geboden jeugdhulp beschikbaar blijft of zo spoedig mogelijk wordt hersteld voor betrokken jeugdigen en hun ouders of wettelijk vertegenwoordigers. Omdat de Jeugdautoriteit op dit moment niet tijdig de juiste informatie tot haar beschikking heeft voor vroegsignalering, bevat het convenant afspraken over het tijdig aanleveren, verzamelen en verwerken van de informatie die daarvoor nodig is. De Jeugdautoriteit kan zo haar Early Warning Systeem (EWS) verrijken, wat tijdiger ondersteunen van jeugdzorgaanbieders, gecertificeerde instellingen, jeugdzorgregio’s en gemeenten mogelijk maakt.

Blijken er ondanks het EWS toch risico’s te ontstaan die zorgelijk zijn voor de continuïteit van jeugdhulp, bijvoorbeeld door druk op de liquiditeit van de aanbieder, onder-of overproductie of door personele uitdagingen in de bezetting; dan kunnen partijen terugvallen op het draaiboek uit het convenant. Dit draaiboek beschrijft welke stappen aanbieders en gemeenten nemen bij (dreigende) discontinuïteit van zorg, al naar gelang de ernst van de situatie.

Leren en ontwikkelen

Om continu te blijven werken aan de verbetering van gemaakte afspraken en het stelsel spreken stelselpartijen ook een leer-en ontwikkelcyclus af in het convenant. In de Hervormingsagenda Jeugd zullen ook meer keuzes worden gemaakt over hoe jeugdstelsel er in de toekomst uit moet zien. Daarnaast loopt het convenant vooruit op de diverse wetsvoorstellen om de regionale samenwerking te versterken, het opdrachtnemerschap van aanbieders te verstevigen en zowel inzicht als toezicht te versterken.

De volledige versie van het convenant is te downloaden op de website van het ministerie van VWS.