
Het weef- en puzzelwerk van JA en NZa
Kennismaken en krachten bundelen
Binnenkort staat de wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg op de agenda in de Eerste Kamer. Als de wet wordt aangenomen neemt de Nederlandse Zorgautoriteit de jeugdtaken van de Jeugdautoriteit over, en breidt die uit met nieuwe taken. Bestuurders Annemiek van der Laan (JA) en Karina Raaijmakers (NZa) vertellen hoe zij samen puzzelen om de krachten van hun organisaties te bundelen.
Welke puzzelstukjes hebben de JA en NZa al samen gelegd?
Karina Raaijmakers (KR): ‘Het samengaan van JA en NZa is niet iets van gisteren. We werken er al drie jaar naartoe. Op dit moment zijn er al NZa-collega’s gedetacheerd bij de Jeugdautoriteit, bijvoorbeeld. En zoals we op het event benadrukten: we zijn blij dat de JA-collega met hun ervaring en kennis van de jeugdsector meekomen om onze teams te versterken.'
Annemiek van der Laan (AL): ‘We trekken steeds meer samen op. Intern door uitwisseling van collega’s. We werken met de JA al op het kantoor van de NZa zodat we elkaar fysiek tegenkomen, dat draagt bij aan het ‘wij’-gevoel. Verder vragen we NZa-collega’s mee als we op werkbezoek gaan in de jeugdsector. En we organiseren samen dialoogsessies over de overgang van de jeugdtaken naar de NZa, en over de impact van de wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg.'
KR: ‘De komende tijd willen we als NZa benutten om verder kennis te maken met het jeugdveld. Door elkaar te ontmoeten via werkbezoeken en kennissessies bijvoorbeeld. Met de VNG zijn we in gesprek over hoe we gaan kennismaken met gemeenten en regio's.’
Welke contouren van de samenwerkingspuzzel zijn al zichtbaar?
AL: ‘Hoewel de NZa soms als afstandelijk wordt gezien, is dat beeld duidelijk aan het kantelen. Door samen met gemeenten en jeugdzorgaanbieders op te trekken, laat de NZa steeds meer zien dat zij de jeugdsector en de rol van de JA omarmt.’
KR: ‘We gaan de kennis en ervaring van de NZa inzetten ten dienste van jeugd. Ik geloof dat onze expertise gebundeld met de praktijkervaring van de Jeugdautoriteit leidt tot meer slagkracht. Denk aan wat de NZa al doet om informatie rond zorgcapaciteit en wachttijden in beeld te brengen. Of aan onze ervaring met het professionaliseren van de inkooprol. Wat kunnen gemeenten daarin leren van zorgkantoren en zorgverzekeraars, zodat ze niet zelf het wiel hoeven uit te vinden?
Naar welke volgende stappen kijken jullie uit?
AL: ‘Zodra de Eerste Kamer voor de wet heeft gestemd kunnen we ook de onomkeerbare stappen met elkaar zetten, op het vlak van inhoud, taken en natuurlijk de soepele overgang van de collega’s van de JA naar de NZa, en het definitief integreren van de werkzaamheden.’
KR: ‘Dan kunnen we er echt samen aan gaan werken dat iedereen in Nederland, in welke levensfase dan ook, kan rekenen op goede zorg en ondersteuning als dat nodig is. Onlangs is het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord ondertekend. Deze aanvulling op het Integraal Zorgakkoord moet er met nieuwe afspraken aan bijdragen dat de zorg in Nederland toegankelijk en betaalbaar blijft. Je ziet hierin terug dat zorg en welzijn elkaar steeds beter weten te vinden, vanuit de overtuiging dat een gezondere samenleving een gezamenlijke opdracht is. Mijn wens is dat dit in de toekomst niet alleen gaat over zorg en ondersteuning voor volwassenen, maar ook over zorg en ondersteuning voor kinderen en jongeren.’
Beeld: Jelmer de Haas
Anouk Mateijsen
Oproep van de NZa: ‘Nodig ons uit, we komen graag langs!’
Anouk Mateijsen is directeur Toezicht bij de NZa. Op het JA Netwerkevent vertelde ze wat de nieuwe jeugdtaken van de NZa worden als de nieuwe wet wordt aangenomen: “Ik vond het mooi om mensen uit het veld te ontmoeten, en te horen waar hun verlangen richting de NZa ligt: “Wees een critical friend op het moment dat het nodig is, en een toezichthouder met daadkracht als het moet.” Die oproep neem ik mee.’
De NZa wil in de jeugdsector een waardige sparringpartner zijn, voegt ze toe: ‘Altijd in het belang van jongeren en gezinnen die moeten kunnen rekenen op passende jeugdzorg als zij dit nodig hebben. Gelukkig brengen de mensen van de JA die ons komen versterken hun jarenlange ervaring en kennis van de jeugdsector mee.’
Mateijsen sluit af met een oproep aan de sector: ‘Onze focus ligt de komende tijd op een goede voorbereiding op deze taken. Dat kunnen we niet alleen. Daarom richten we ons nu vooral op kennismaking met aanbieders, gemeenten, regio’s en andere partijen in de sector. Dus: nodig ons uit voor een werkbezoek of gesprek. We komen graag langs!’