De financiële situatie van jeugdhulpaanbieders is de afgelopen twee jaar iets verbeterd, maar blijft kwetsbaar. In 2024 maakte ruim 10 procent van de aanbieders geen winst. Ook bij de Gecertificeerde Instellingen blijft het rendement laag. Dat is te lezen in de derde trendanalyse van de Jeugdautoriteit over de financiële ontwikkelingen in de jeugdzorg. Een belangrijke kanttekening: de beschikbare data zijn onvoldoende volledig en betrouwbaar. Daar ligt een opgave voor de hele sector.

Het financiële resultaat van middelgrote en grote aanbieders herstelde na het dieptepunt in 2022, liet in 2023 verbetering zien en zette die lijn in 2024 voort. Ondanks de verbetering van de financiële resultaten van aanbieders in algemene zin in de laatste jaren, slaagde ruim tien procent van de aanbieders er in 2024 niet in om winstgevend te opereren.

Het is echter de vraag in hoeverre de sector ook structureel beter financieel presteert. De JA ziet bijvoorbeeld dat aanbieders investeringen in vastgoed uitstellen vanwege onzekerheden in beleidsmatige ontwikkelingen en de bekostiging. Dit soort signalen en de beperkte marges van afgelopen jaren blijven een risico voor de continuïteit van de jeugdzorg en op de lange termijn een belemmering voor de broodnodige investeringen in innovatie, onderhoud en transformatie.

Bij de Gecertificeerde Instellingen (GI’s) die de jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoeren ziet de JA in 2024 geen verbetering van de financiële resultaten. Het is de meeste GI’s nog onvoldoende gelukt om het kostenniveau beter in balans te brengen met de opbrengsten. Van de 15 GI’s in Nederland nam het aantal dat verlies lijdt toe van vijf in 2023 naar zeven in 2024, en de gemiddelde marge bleef achter bij de sector als geheel.

Oproep aan de sector voor betere datakwaliteit

Goed zicht op wat er speelt in een sector die onder druk staat is belangrijker dan ooit. Het geeft alle betrokken partijen cruciale stuurinformatie. De nieuwe wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg geeft hier onder andere invulling aan door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) nieuwe taken toe te bedelen, zoals de beschikbaarheid van jeugdzorg in kaart brengen. Goede en betrouwbare data zijn daarbij essentieel.

De trendanalyse is gebaseerd op de meest recente jaarverantwoordingen zorg (DigiMV). Ook dit jaar blijkt die data onvoldoende volledig en betrouwbaar. Dat is eerder vastgesteld, en raakt meer instanties die (delen van) deze data nodig hebben. Het is duidelijk dat het verbeteren van de datakwaliteit een complexe opgave is. Het optimaliseren van de inrichting, vulling en verwerking van DigiMV is dan ook een gezamenlijke opgave.

Betrouwbare data is nodig om analyses met minder voorbehoud te kunnen maken en de sector scherper inzicht te geven. Ook de JA voelt zich als gebruiker medeverantwoordelijk voor dit vraagstuk. In de toekomst geldt dat ook voor de NZa die de taken van de JA, en het toezicht op de aanlevering van de jaarverantwoording van de IGJ, over gaat nemen.