Taakgericht bekostigen: kansrijk en complex

JA en KOOS Utrecht: taakgericht bekostigen met jeugdhulpconsortia

De Jeugdautoriteit nam deelnemers aan deze sessie mee in de taakgerichte bekostiging van de jeugdzorg met jeugdhulpconsortia. Hierbij krijgen een paar grote aanbieders elk jaar een vast budget, oftewel lumpsum. Daarvoor nemen zij jeugdzorgtaken op zich. Marian Dobbe van KOOS Utrecht deelde haar ervaringen vanuit het Utrechtse consortium. Wat vooral van belang is? Tijd. Heel veel leertijd. 

Leren van elkaar

Taakgericht bekostigen en werken met jeugdhulpconsortia heeft potentie. Het biedt kansen om de zorg te transformeren naar bijvoorbeeld meer integraal georganiseerde zorg, meer collectief en innovatief aanbod en een betere samenwerking met het voorveld. Maar het is complex om goed te organiseren, ziet Sander Brok, onderzoeker bij de Jeugdautoriteit: “We zien dat op steeds meer plekken in Nederland voor deze variant van bekostigen en werken wordt gekozen. Er zijn op dit moment 25 consortia, met een grote diversiteit aan taken en organisatievormen. Het is dus belangrijk om te leren van elkaar en van de praktijk.”

Ervaringen van KOOS

Tijdens de kennissessie kwamen veel vragen los in de zaal: er is belangstelling voor het onderwerp, en er valt nog veel te leren, experimenteren en uit te wisselen. “Marian Dobbe wist goed in te gaan op die informatiebehoefte”, zegt Sander Brok. “Zij kon veel vertellen over hoe het bij KOOS Utrecht en in Utrecht in brede zin is geregeld. KOOS Utrecht is immers een consortium dat na meer dan 5 jaar ervaring het klappen van de zweep al kent, en niet over één nacht ijs is gegaan.”

Neem de tijd

Brok: “Ik hoop dat regio’s, gemeenten en aanbieders die taakgericht (willen) gaan werken met jeugdhulpconsortia zich er meer van bewust worden wat er allemaal komt kijken bij taakgerichte bekostiging. Dat ze elkaar opzoeken, en de tijd nemen om belangrijke randvoorwaarden en keuzes vorm te geven en te investeren in relaties. En dat ze elkaar die tijd ook gunnen. Dan kan samenwerken veel opleveren voor de zo gewenste transformatie.”