Samen staan voor continuïteit in de jeugdzorg

Het nieuwe draaiboek Continuïteit Jeugdzorg

Het draaiboek Continuïteit Jeugdzorg beschrijft welke stappen aanbieders en gemeenten nemen bij (dreigende) problemen met continuïteit van zorg. Hoe werkt dat in de praktijk? Tijdens een kennissessie op het JA Netwerkevent bespraken we het aan de hand van praktijkvoorbeelden. Ook de rol van de Jeugdautoriteit kwam aan bod: 'We willen laten zien dat de Jeugdautoriteit staat voor de continuïteit van de jeugdzorg.'

Beeld: Jeugdautoriteit

De treden van het draaiboek

Over het draaiboek

De toezichthouders van de Jeugdautoriteit (JA) signaleren continuïteitsproblemen in de jeugdhulp en proberen deze zoveel mogelijk te voorkomen. De continuïteit van jeugdhulp kan in gevaar komen als een jeugdhulpaanbieder in zwaar weer komt, of als gemeente, regio en aanbieder er samen niet uitkomen. De (financieel) adviseurs van de Jeugdautoriteit kunnen dan interventies inzetten om de continuïteit van jeugdhulp te helpen waarborgen. Hierbij werkt team casuïstiek volgens het draaiboek Continuïteit jeugdhulp. Een schaal van zes treden geeft aan in hoeverre er sprake is van een (dreigend) continuïteitsprobleem, en welke maatregelen daarbij passen.

Samen staan voor continuïteit

Hilde Beck werkt bij de Jeugdautoriteit in team Casuïstiek: 'We wilden in deze sessie laten zien hoe de tredebepaling in het Draaiboek eruit ziet. Welke activiteiten horen bij welke trede? En welke verantwoordelijkheden heeft elke partij? En we wilden laten zien dat de JA voor de continuïteit van de jeugdzorg staat.’

Haar collega Jos Hoogerwerf van team Toezicht vult aan: ‘We werken vanuit de gemeenschappelijke opgave om de continuïteit van de jeugdzorg te bevorderen. We hebben aanbieders en gemeenten nodig om die gezamenlijke opdracht vorm te geven. We zijn onpartijdig en onafhankelijk, en we zijn er om continuïteitsproblemen te voorkomen. Niet om te veroordelen.’

Voorbeelden uit de praktijk

Wanneer aanbieders, gemeenten en regio’s tegen problemen aan lopen, probeert de JA maatwerk te leveren: wat is in dit geval nodig om dit risico af te wenden? Hoogerwerf: ‘We denken mee over mogelijkheden, zoals vaker gesprekken voeren met de JA als critital friend. Of optrekken met de regioadviseurs van het Platform Sociaal Domein, die een bemiddelende rol kunnen spelen tussen aanbieders en gemeenten.’

In de sessie kwam aan bod hoe dit in de praktijk eruit ziet. Zo kwamen er ook twee aanbieders aan het woord: Ingrid Hartog, directeur-bestuurder van Distinto en Astrid Smith, accountmanager bij Vigere. Beide organisaties hebben een moeilijkere tijd gekend, en voelden zich vrij om met vragen en problemen bij de JA aan te kloppen: ‘Jullie hebben met ons meegedacht en ons doorverwezen naar de juiste partij. Zo kwamen gesprekken met de gemeenten weer op gang, en met resultaat.’

Het belang van het goede gesprek

Het onderwerp continuïteit leeft in de sector. Veel instellingen en gemeenten hebben te maken (gehad) met een vorm van discontinuïteit. Er kwamen dan ook volop vragen uit de zaal. Bijvoorbeeld: het valt op dat de Jeugdautoriteit vooral naar financiële risico’s kijkt, maar ontstaan problemen niet al eerder? Hoogerwerf: 'Je kunt stellen dat financiële uitkomsten een weerspiegeling zijn van wat er daarvoor in de organisatie of omgeving is gebeurd. Daarom vinden wij het ook zo belangrijk om met aanbieders en gemeenten in gesprek te blijven: wat speelt er momenteel, en wat kun je doen om te voorkomen dat je financieel gezien achteruitgaat?'

Dat vraagt wat van alle betrokkenen. Hoogerwerf: ‘Het voelt misschien als een administratieve lastendruk om elk kwartaal gegevens bij ons aan te leveren en jaarlijks een gesprek te voeren. En misschien zie je ons niet veel als het goed gaat, maar we staan er als het minder goed gaat en zijn altijd benaderbaar.' Want, besluit Beck: ‘We zijn allemaal medeverantwoordelijk voor de jeugdzorg in Nederland. Iedere jongere en elk gezin in Nederland moet kunnen rekenen op passende jeugdzorg als zij dit nodig hebben.’