Samengaan Jeugdautoriteit en Nederlandse Zorgautoriteit stap dichterbij

De Ministerraad is akkoord met het wetsvoorstel ‘Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg’. Naast de verplichting voor gemeenten om regionaal samen te werken bij de inkoop van specialistische jeugdzorg, staan in dit wetsvoorstel ook de taken van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beschreven in het toezicht op de jeugdzorg. Dit betekent dat de werkzaamheden van de Jeugdautoriteit in de nabije toekomst worden overgedragen aan de NZa.

Beeld: ©Paul Voorham

Het wetsvoorstel moet nu voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State en maakt deel uit van de Hervormingsagenda Jeugd, die in juni in overeenstemming met de VNG, jeugdhulpaanbieders, professionals en cliëntorganisaties tot stand is gekomen.  

Het lukt nog onvoldoende om vraag en aanbod voor specialistische jeugdzorg goed op elkaar aan laten te sluiten en problemen in de beschikbaarheid op te lossen. Het gaat dan om zorg die moeilijk op lokaal niveau te organiseren is, bijvoorbeeld vanwege de schaarste van de vraag of de complexiteit van de problematiek en de daarmee gepaard gaande complexiteit van de om- en afbouw richting de gewenste zorgvormen. Daarnaast worden aanbieders die in meerdere gemeenten zorg aanbieden geconfronteerd met veel verschillende inkoopprocedures, wat leidt tot hoge administratieve lasten. De regionale samenwerking die nodig is om dit te verbeteren is nu te vrijblijvend geregeld. In het wetsvoorstel gaat die vrijblijvendheid eraf. Gemeenten worden verplicht specialistische jeugdzorg op regionaal of landelijk niveau te organiseren. De inkoop van deze zorg moet in een regio meer geharmoniseerd worden. 

Wettelijke basis nodig

Met het wetsvoorstel ‘Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg’ worden de taken van de Jeugdautoriteit in de nabije toekomst overgedragen aan de NZa. “Met de overdracht naar de NZa zal het toezicht op zorgaanbieders in de jeugdzorg gelijkgetrokken worden met andere sectoren in de zorg. Zo komen er nieuwe verplichtingen, zoals een transparantie bedrijfsvoering,” zegt waarnemend bestuursvoorzitter van de NZa Karina Raaijmakers. 

Directeur van de Jeugdautoriteit Kees van Nieuwamerongen: “Het is belangrijk dat er nu een wettelijke basis komt voor onafhankelijk toezicht op de jeugdzorg. Een belangrijk verschil met de huidige situatie is dat partijen verplicht kunnen worden om informatie aan te leveren over bijvoorbeeld de vraag naar en het aanbod van jeugdzorg, maar ook over hun financiële situatie en bedrijfsvoering. Op dit moment zijn de afdelingen onderzoek en monitoring van de Jeugdautoriteit afhankelijk van vrijwillig aangeleverde informatie. Dat gaat vaak goed, maar niet altijd. Als toezichthouder kun je alleen vertrouwen in het stelsel garanderen als je inzicht hebt in wat er gebeurt bij aanbieders en gemeenten.” 

In aanloop naar de inwerkingtreding van de wet intensiveren de Jeugdautoriteit en de NZa al sinds 2022 hun samenwerking. Beide organisaties ontwikkelen continu hun taken en zijn daarom al begonnen met de voorbereidingen van de integratie. 

Meer informatie over het wetsvoorstel ‘Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg’.