Iedere jeugdige en elk gezin in Nederland moet kunnen rekenen op jeugdzorg als zij die nodig hebben. De wet 'Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg’ moet ervoor zorgen dat die hulp daadwerkelijk beschikbaar is en blijft. Na invoering van de wet krijgt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een nieuwe rol in de jeugdzorg. De NZa neemt de taken van de JA over. De focus ligt hierbij op beter inzicht in de beschikbaarheid om het jeugdzorgstelsel in Nederland te versterken. Naar verwachting treedt het wetsvoorstel begin 2026 in werking.
Wat verandert er?
De Eerste Kamer heeft op 7 oktober 2025 ingestemd met de Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg. De bestaande taken van de JA worden wettelijk verankerd, overgedragen aan de NZa en uitgebreid met nieuwe bevoegdheden. Medewerkers van de JA gaan mee, zetten hun werk binnen de NZa voort en brengen hun jarenlange ervaring en kennis van de jeugdsector in. Tegelijkertijd voegt de NZa haar brede expertise toe op het gebied van financieel toezicht, data-analyse en marktonderzoek.
Meer inzicht in beschikbaarheid
Het jeugdzorgstelsel staat onder druk. Door lange wachttijden, financiële tekorten en een tekort aan gespecialiseerd personeel krijgen jeugdigen en gezinnen niet altijd de hulp die ze nodig hebben. De oplossing hiervoor ligt niet bij één partij, maar in versterking van het geheel. Dat vraagt onder andere om beter zicht op wat er speelt, waar tekorten ontstaan en welke ingrepen nodig zijn.
De NZa gaat hieraan bijdragen door inzicht te geven in de beschikbaarheid van jeugdzorg. Dat is een omvangrijke opgave, die tijd en zorgvuldigheid vraagt. De NZa geeft de komende jaren stap voor stap invulling aan de volgende drie kerntaken.
- Stelselonderzoek naar beschikbaarheid van jeugdzorg. In beeld brengen hoe de beschikbaarheid van jeugdzorg zich ontwikkelt, knelpunten signaleren en inzichten delen met de sector.
- Vroegsignalering risico’s. Via meldingen en het vernieuwde Early Warning System signaleert de NZa waar de beschikbaarheid van specialistische jeugdzorg onder druk staat. Waar nodig adviseert en ondersteunt de NZa gemeenten, jeugdhulpregio’s en aanbieders bij het zoeken naar oplossingen en het werken aan herstel.
- Toezicht op financiële bedrijfsvoering. De NZa ziet toe op transparantie in de financiële bedrijfsvoering en openbare jaarverantwoording van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen.
Wat gaat dit betekenen voor gemeenten, regio's en aanbieders?
Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
De NZa gaat gegevens verzamelen voor stelselonderzoek en vroegsignalering, en erop toezien dat aanbieders hun verplichtingen rond financiële bedrijfsvoering naleven.
Aanbieders en gecertificeerde instellingen die regionaal en landelijk gecontracteerde of gesubsidieerde jeugdhulp verlenen zijn verplicht om:
- Ieder kwartaal gegevens in te voeren in het Early Warning System (EWS). Deze verplichting geldt niet voor (zeer) kleine aanbieders en solistisch werkende jeugdhulpverleners. De NZa kan hen wel om informatie vragen, mocht hier aanleiding toe zijn. Deze informatie moeten zij verplicht aanleveren.
- Meldingen te doen bij (dreigende) continuïteitsproblemen van specialistische jeugdzorg.
Voor álle aanbieders en gecertificeerde instellingen geldt dat zij verplicht zijn om:
- Een transparante financiële bedrijfsvoering te hebben.
- Een openbare jaarverantwoording te publiceren (dit doen aanbieders nu ook al, maar bij de IGJ), met uitzondering van solistisch werkende jeugdhulpverleners.
Gemeenten en jeugdhulpregio's
- Zijn verplicht om gegevens aan te leveren als de NZa daarom vraagt. Denk hierbij aan informatie die nodig is voor vroegsignalering en voor stelselonderzoek naar de beschikbaarheid van jeugdzorg.
- Hebben een meldplicht bij (dreigende) problemen in de continuïteit van specialistische jeugdzorg in hun werkgebied.
Andere rol dan in andere sectoren
In tegenstelling tot haar taken in andere zorgsectoren stelt de NZa voor de jeugdzorg geen regels op en bepaalt ze geen tarieven. De verantwoordelijkheid voor de organisatie, inkoop en tarieven van vrijwel alle jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering ligt bij gemeenten en regio’s. Ook houdt de NZa geen toezicht op gemeenten; dat blijft een taak van de gemeenteraden.
Meldpunt
De NZa gaat een meldpunt inrichten. Hier kan iedereen een melding doen bij zorgen over structurele problemen rond de beschikbaarheid van jeugdzorg. Het meldpunt is er voor signalen over structurele beschikbaarheidsproblemen, niet voor individuele geschillen.
Samenwerking NZa en JA
De jeugdzorg is voor de NZa nieuw terrein. In aanloop naar overgang van taken werken de NZa en JA al geruime tijd nauw samen in verschillende projectgroepen om de nieuwe taken in te richten. Inge Nagelkerke is programmamanager voor de overheveling van jeugdtaken van de JA naar de NZa. Zij benadrukt dat die jeugdtaken (deels) anders zijn dan het werk dat de NZa nu doet.
Nagelkerke: “De jeugdzorg verschilt behoorlijk van de reguliere zorg, waar zorgverzekeraars en zorgkantoren een grote rol spelen. In de jeugdzorg zijn gemeenten verantwoordelijk voor de inkoop, financiering en organisatie van zorg. Dit decentrale karakter maakt het complex. Daarom zijn we blij dat de medewerkers van de JA mee overgaan naar de NZa. Hun kennis van de sector is cruciaal.”
