Jeugdautoriteit blikt in nieuw jaarverslag terug op vijfjarig bestaan

De Jeugdautoriteit (JA) heeft op Verantwoordingsdag het jaarverslag 2023 aangeboden aan staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Maarten van Ooijen en de minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind. Dit jaarverslag is een jubileumeditie, vanwege het vijfjarig bestaan van de JA.

Beeld: Paul Voorham

De organisatie is in 2019 opgericht als tijdelijke autoriteit om aanbieders te begeleiden in de eerste jaren na de decentralisatie. Daarna is de JA uitgegroeid tot een onafhankelijke partij, gericht op het bevorderen van de continuïteit van jeugdzorg. In het eerste deel van ons jaarverslag kijken we met betrokkenen terug op de afgelopen vijf jaar: wat heeft de Jeugdautoriteit voor hen betekend en wat adviseren zij voor de toekomst? Daarna reflecteren medewerkers op mijlpalen waar we trots op zijn. 

De afgelopen vijf jaar vervulde de JA een landelijke rol met steeds meer instrumenten om de continuïteit van zorg te borgen. Dit is nog steeds hard nodig. We blijven ervoor pleiten dat jeugdhulpaanbieders en gemeenten gelijkwaardig optrekken, elkaars verantwoordelijkheid beter proberen te begrijpen en eerlijke en realistische afspraken maken over tarieven, verantwoordelijkheden en verwachtingen.

Data

De JA baseert haar rapporten en signalen op vroegsignalering, toezicht, casuïstiek, data en stelselonderzoek. Op het gebied van data hebben we vorig jaar grote stappen gezet in het toegankelijk maken van gegevensstromen, wat geleid heeft tot een tweetal meerjarige rapportages begin dit jaar. Hierin kwam naar voren dat de financiële situatie van middelgrote en grote instellingen steeds kwetsbaarder wordt, terwijl die van kleine instellingen beter is. Tijdens de totstandkoming van deze rapportages werd ons duidelijk hoe onbetrouwbaar data in de jeugdzorg zijn en dat er (te) veel eigen handelingen nodig zijn om tot betrouwbare inzichten en data te komen. 

De JA in 2023

Vorig jaar publiceerden we stelselonderzoeken en monitors op het terrein van hoofd- en onderaannemerschap, de gesloten jeugdzorg en het functioneren van het jeugdstelsel. We brachten voor het eerst de ‘Stand van de Jeugdzorg’ uit, waarin we aan de hand van twaalf thema’s aandachtspunten voor de continuïteit van jeugdzorg agendeerden. Voor het eerst verrichtten we met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), onze toekomstige fusiepartner, onderzoek naar gecombineerde aanbieders. Hieruit bleek dat zorginstellingen met een gecombineerd zorgaanbod in de helft van de gevallen verlies leiden op hun jeugdzorg. 

Rust in het stelsel 

Gemiddeld zijn er zo’n vijftien tot twintig jeugdhulpaanbieders waarvan de continuïteit bedreigd wordt. Dankzij goed overleg met gemeenten en de aanbieders is de zorg in deze regio’s gecontinueerd. Wel neemt de druk toe. De kwetsbare financiële positie van met name grote aanbieders vertaalt zich één-op-één door in onze dagelijkse werkzaamheden. Om risico’s eerder in beeld te hebben, zetten wij ook in 2023 stevig in op toezicht en vroegsignalering. Bijvoorbeeld via het Early Warning System, dat sinds vorig jaar van kracht is en waarmee wij per kwartaal financiële gegevens van aanbieders ontvangen. Zo hopen wij vroegtijdig continuïteitsproblemen te signaleren. Met deze gegevens, en op basis van gesprekken die onze toezichthouders, medewerkers casuïstiek en financieel adviseurs voeren met bestuurders en medewerkers van jeugdhulpaanbieders, proberen wij in een vroeg stadium bij te sturen en rust in het stelsel te brengen.

Nieuwe taken

In 2023 zijn wij ook samen met de NZa aan de slag gegaan met het overdragen van onze werkzaamheden en het samen verkennen van de nieuwe taken die voortkomen uit het Wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid jeugdzorg. Samenwerking met de NZa levert extra kansen op voor de kwaliteit van toezicht, vroegsignalering, casuïstiek en onderzoek. Het geeft ook energie en mooie vergelijkingsmogelijkheden met andere onderdelen van de gezondheidszorg.