De Jeugdautoriteit heeft de taak om problemen met de continuïteit van jeugdhulp te signaleren en helpen oplossen. Dit doet de Jeugdautoriteit door te adviseren in casuïstiek, onderzoek te doen naar het stelsel, kennis te delen en partijen te verbinden.

Kinderen, jongeren en gezinnen in Nederland die hulp nodig hebben, moeten daarop kunnen rekenen. De Jeugdautoriteit (JA) heeft de ambitie om onafhankelijk en onpartijdig bij te dragen aan de continuiteit van jeugdhulp en de transitie naar een zelflerend jeugdhulpstelsel. Die bijdrage en verbetering levert de JA niet alleen, maar in nauwe samenwerking met andere betrokken partijen.

Taken en positie Jeugdautoriteit

De minister van VWS en de minister voor Rechtsbescherming hebben in september 2020 de taken en positionering van de Jeugdautoriteit vastgelegd in het Instellingsbesluit Jeugdautoriteit. Het Instellingsbesluit helpt de JA bij het innemen van een onafhankelijke en onpartijdige positie ten opzichte van gemeenten, aanbieders en bewindspersonen.

Op 7 oktober 2025 stemde de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel 'Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg’. Als gevolg daarvan worden de taken van de Jeugdautoriteit (JA) vanaf begin 2026 ondergebracht bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De NZa krijgt daarnaast ook extra taken in het jeugddomein.

> Blijf op de hoogte van ontwikkelingen rond de overgang naar de NZa via onze nieuwsbrief