Interview

"Ik ben door de decentralisatie sadder and wiser geworden"

Interview met jeugdzorgbestuurder Bas Timman

Meer ambulante zorg, in nauwe samenwerking met het onderwijs en het sociaal domein. Daar hoopte Bas Timman, bestuurder van Jeugdformaat, RondomJou en Schakenbosch op tijdens de decentralisatie van jeugdzorg in 2015. Maar wat volgde was een versnippering van zorg en verspilling van geld en energie. Toch is hij hoopvol. "Ik heb het gevoel dat we nu eindelijk de weg inslaan die we destijds voor ogen hadden."

Wat waren in 2015 jouw verwachtingen van de decentralisatie van jeugdzorg?

“Ik ben altijd een voorstander geweest van de decentralisatie. Vooral vanuit de gedachte dat we er eerder bij zouden zijn als jongeren problemen hadden: meer preventief werken en meer ambulante zorg, bij jongeren thuis of bijvoorbeeld op school. En ik hoopte dat we meer integrale zorg zouden bieden, samen met andere partijen. Ongedeelde hulp voor het ongedeelde kind, zo was de gedachte destijds. De decentralisatie had dat aspect voor ogen. Maar dat is er helaas niet uitgekomen.”
 

"De jeugdzorg bleek veel complexer dan gemeenten dachten. En we hebben de gevolgen van marktwerking in de jeugdzorg onderschat."

Wat is er misgegaan?

“Gemeenten gingen er vol optimisme in, maar waren onbewust onbekwaam. De jeugdzorg bleek veel complexer dan ze dachten. Wat niet hielp was de invoering van marktwerking in de jeugdzorg. Gemeenten en zorgaanbieders hebben de gevolgen daarvan onderschat. Voor 2015 hadden we in Den Haag 12 dominante aanbieders. Tien jaar later waren dat er ruim 200. Er is een enorme fragmentatie en versnippering van jeugdzorg ontstaan, wat veel kosten en energieverspilling met zich mee heeft gebracht. Het jeugdzorgbudget in Nederland is in tien jaar gestegen van 3,5 naar 8 miljard euro. En pas nu proberen we met de Hervormingsagenda en wetgeving echt de nodige veranderingen door te voeren, met stevige lokale teams en meer regionale sturing. Een leerperiode hoort er soms bij, maar deze was wel erg lang. En ik kan niet zeggen dat we een steile leercurve hebben doorgemaakt.”

Vind je dat we inmiddels op de goede weg zijn met de jeugdzorg?

“Gelukkig hebben we de afgelopen jaren veel geleerd en zijn gemeenten en aanbieders bewust bekwaam geworden. De lessen die we hebben geleerd worden steeds meer doorgevoerd. Ik zie dat gemeenten weer keuzes maken: wat is de verantwoordelijkheid van onderwijs en wat van de jeugdzorg? Iedereen die de afgelopen jaren zorg wilde voor zijn kinderen kreeg dat. En elke school kreeg alternatieve opvangplekken in de jeugdzorg voor kinderen die niet goed in de klas pasten. Nu proberen we die geest weer in de fles te krijgen.”

Wat heb jij als jeugdzorgbestuurder de afgelopen tien jaar geleerd?

“Ik ben sadder and wiser geworden. In 2013 en 2014 waren wij ons heel bewust aan het voorbereiden op de decentralisatie. Met de 12 instellingen in de regio Haaglanden hebben we afspraken gemaakt met gemeenten. De gemeenten moesten bezuinigen, dus we spraken af dat wij het aantal plekken in onze instellingen fors zouden inkrimpen en meer ambulant zouden gaan werken. En wat gebeurde er de jaren erna? Overal om ons heen plopten nieuwe bedrijfjes op die kleinschalige daghulp en woonhulpvoorzieningen aanboden. Ik wil daar niet te zuur over doen, maar het was wonderlijk. Den Haag kreeg te maken met een enorme budgettaire groei van jeugdzorg. Twee jaar geleden namen wij, na een gewonnen aanbesteding, een groot deel van die jeugdzorg over. Ik ben toen langsgegaan bij al die nieuwe aanbieders. Dat was fascinerend. Alles wat wij in 2015 dachten te ambulantiseren, ging via verwijzers alsnog naar daghulp. Voor scholen was het veel makkelijker geworden om kinderen weg te sturen naar de jeugdhulpverlening. Er is een soort parallelle wereld ontstaan van kleinschalige aanbieders, die met de p maal q-financiering zijn ingesprongen op de onuitputtelijke zorgvraag. Met de open house-constructie heeft de gemeente daar destijds de deur voor opengezet.”

"Ook binnen de huidige Jeugdwet zijn er mogelijkheden om volgens een duidelijke visie te werken."

Wat zou je nu anders doen?

“Het gekke is dat ik nu bezig ben met dezelfde dingen als tien jaar geleden, met dezelfde intenties. We willen krimpen met de verblijfsvoorzieningen en daghulp en meer ambulante hulp bieden. En we gaan medewerkers leveren aan de jeugdteams van de gemeente. Destijds hebben we allemaal de impact van marktwerking en open house-aanbestedingen onderschat. Nu weten we beter. Het blijft lastig dat de reikwijdte van de jeugdzorg zo groot is, maar ook binnen de huidige Jeugdwet zijn er mogelijkheden om volgens een duidelijke visie te werken. Wat wil je bereiken met de zorg die je als gemeente inkoopt? Hoe wil je bijvoorbeeld de uitstroom uit de jeugdzorg regelen? Wat doe je met jongeren die niet meer thuis kunnen wonen? En hoe ga je om met schooluitval?

Met het samenwerkingsverband rondomJou en Kracht hebben we in Den Haag zo’n 800 kinderen gedetecteerd die niet naar school gaan. Dat zijn er in de praktijk waarschijnlijk nog veel meer. Het is schandalig dat er zo’n grote groep jongeren thuis zit. Dat werd de afgelopen jaren gecompenseerd met daghulp. Maar wat is het perspectief van die jongeren? Ze krijgen geen diploma in de daghulp. Wij hebben regionaal afspraken gemaakt over thuiszitters. We wijzen niet meer toe naar daghulp, maar bieden hulp op school; zo vroegtijdig mogelijk.”

Hoe zou je de huidige staat van de jeugdzorg omschrijven?

“Ik vind dat er goede dingen gebeuren. Als ik kijk naar onze voorzieningen dan ben ik daar trots op. Maar ons imago is vrij rampzalig. Iedereen vindt iets van de jeugdzorg, vooral van de budgetten. Wethouders roepen dat ze failliet gaan door jeugdzorg. Als ze mij zien dan zien ze euro’s die de deur uitrollen. Ik ben het met ze eens dat de stijging van kosten niet zo door kan gaan. Jeugdzorg moet meer dienstverlenend worden, vooral in het onderwijs. Denk aan pedagogische ondersteuning voor de leerkracht. Ook kunnen we de opvoedondersteuning aan ouders beter regelen en daarmee het aantal uithuisplaatsingen verder terugbrengen. Al die één-op-één-begeleidingstrajecten zijn toch onaanvaardbaar? Die kosten tot wel 35.000 euro per week. Dat is gewoon een verdienmodel.”
 

"Jeugdzorg moet meer dienstverlenend worden, vooral in het onderwijs."

Waar denk je dat de jeugdzorg over tien jaar staat?

“Ik denk dat de regierol die gemeenten op moeten pakken dan meer is uitgekristalliseerd. En dat we in Nederland dan meer stevige lokale teams hebben met een preventieve taak. Ik hoop dat gemeenten dan duidelijkere keuzes maken en hun data op orde hebben. Als ze de controle terugkrijgen op hun budgetten, kan er hopelijk weer geïnvesteerd worden in jeugd. Niet alleen in hulpverlening, maar ook in zwembaden, jongerenwerk en buurthuizen. Het gevaar is nu dat dat erbij inschiet. Wat mij betreft wordt de uitvoering van jeugdzorg over tien jaar gedragen door organisaties met een brede maatschappelijke opdracht; aanbieders die niet bezig zijn met winst maken, maar juist helpen om ervoor te zorgen dat kinderen níét naar hun instelling hoeven te komen. Aanbieders die een partner zijn voor de gemeente en bijdragen aan goed onderwijs, kinderopvang en gemeentelijke diensten. Dat zijn de instellingen waar ik graag mee samenwerk.”

Download de Stand van de Jeugdzorg