4. Reikwijdte van de jeugdzorg

De stand van de jeugdzorg 2023

Terug naar het overzicht

4. Reikwijdte van de jeugdzorg

De reikwijdte van de jeugdzorg, met name het gebrek aan duidelijkheid over de reikwijdte, wordt gezien als een belangrijke reden voor de toename van het gebruik van jeugdzorg.

Toename door reikwijdte

De Jeugdwet verplicht gemeenten er zorg voor te dragen dat “passende jeugdhulp ingezet wordt” maar wat “passende jeugdhulp” inhoudt wordt in de wet niet gedefinieerd of afgebakend4.1. Het blijkt voor gemeenten niet duidelijk te zijn of, en zo ja in welke mate, zij de zorg kunnen, moeten of mogen begrenzen. In voorkomende gevallen heeft de rechter geoordeeld dat gemeenten het begrip jeugdhulp te beperkt uitleggen4.2. Dit alles leidt er toe dat er vaak nauwelijks grenzen gesteld worden aan de toegang4.3.

Het effect van dit open karakter van de Jeugdwet wordt versterkt door het feit dat aanpalende wetten wel een duidelijke afbakening kennen. Dit leidt er toe dat jeugdigen met een zorgvraag waarmee wellicht ook een beroep gedaan zou kunnen worden op bijvoorbeeld de Wet langdurige zorg, toch vaak zorg in het kader van de Jeugdwet ontvangen4.4.

Daarnaast is het zo dat veel zorg voor kinderen van gescheiden ouders te herleiden is tot de problemen van de ouders. Kinderen van gescheiden ouders zijn oververtegenwoordigd bij het gebruik van alle vormen van jeugdzorg4.5 en ook als niet van een scheiding sprake is, hangen problemen van jeugdigen vaak samen met problemen van ouders4.6. Desalniettemin wordt deze zorg veelal verleend in het kader van de Jeugdwet en dus gefinancierd met publiek geld. Nog afgezien van de vraag of zorg verlenen aan de kinderen wel effectief is als het probleem bij de ouders ligt, kan de vraag gesteld worden of het wel de verantwoordelijkheid van gemeenten is om voor deze zorg te betalen4.7.

Gewenste voorzieningenniveau onduidelijk

Ook maatschappelijk bestaat er geen duidelijk beeld over wat het geboden voorzieningenniveau zou moeten zijn en wat hier wel en niet onder zou moeten vallen. Verschillen tussen gemeenten als het gaat om financiële tekorten op de jeugdzorg zouden ten minste deels te maken hebben met verschillen in het geboden voorzieningenniveau4.8. Er wordt dan ook op gewezen dat het noodzakelijk is hier politieke keuzes in te maken, waarbij ook aangetekend wordt dat van met name ambulante jeugdhulp steeds meer gebruik gemaakt wordt door gezinnen met hogere inkomens4.9. De toename van de uitgaven voor jeugdzorg was de afgelopen jaren ook groter in gemeenten met hogere gemiddelde huishoudinkomens4.10.

De Commissie van Wijzen stelde dan ook dat de wetgever het gewenste voorzieningenniveau zou moeten definiëren, omdat het jeugdstelsel anders financieel onhoudbaar blijft. Zorgvragen met betrekking tot “problemen die bij het gewone opvoeden en opgroeien horen” zouden volgens de commissie buiten de reikwijdte van de Jeugdwet moeten vallen. De reikwijdte zou zich moeten beperken tot situaties waarin de veiligheid in het geding is, waarin sprake is van psychische problematiek of waarbij de jeugdige zonder hulp niet kan participeren in de samenleving4.11. Andere suggesties zijn het begrenzen van de duur of de omvang van de zorg bij eenvoudige problemen4.12.

"Veel zorg voor kinderen van gescheiden ouders is te herleiden tot de problemen van de ouders"

In het huidige regeerakkoord worden wel extra beleidsmaatregelen in de jeugdzorg vanaf 2024 in het vooruitzicht gesteld, maar het afbakenen van de reikwijdte van de Jeugdwet wordt hier niet genoemd omdat dit onderdeel zou moeten worden van de Hervormingsagenda. In 2020 hebben de verantwoordelijk bewindspersonen wel aangegeven voornemens te zijn de reikwijdte te beperken “door criteria te formuleren die rekening houden met aard en ernst van de problematiek en de mogelijkheden van de jeugdige en zijn omgeving” teneinde “onnodig beroep op jeugdzorg terug te dringen en de jeugdzorg financieel houdbaar te maken naar de toekomst toe”4.13.

Maatregelen om het gebruik te beperken

Maatregelen die specifiek vermeld worden in het regeerakkoord zijn het mogelijk normeren van de behandelduur of het invoeren van een eigen bijdrage4.14. Dit laatste zou een maatregel zijn die weliswaar tot een significante kostenbesparing zou kunnen leiden, maar ook tot ongewenste effecten als kansenongelijkheid, zorgmijding en schuldenproblematiek4.15. Ook wordt erop gewezen dat een afbakening van de jeugdzorg tot grotere sociaaleconomische ongelijkheid bij het gebruik ervan zou kunnen leiden, omdat beperkingen bij de toegang voor laagopgeleide ouders een grotere barrière zullen vormen dan voor hoogopgeleide ouders4.16.

Er worden overigens ook kanttekeningen geplaatst bij het beperken van de reikwijdte van de Jeugdwet. Zo wordt erop gewezen dat de zorgvragen hier niet door verdwijnen, maar ergens anders terechtkomen waardoor een waterbedeffect optreedt4.17. Het grote beroep op de jeugdzorg zou daarom niet te beperken zijn door de reikwijdte van de Jeugdwet aan te passen. Ook blijkt uit onderzoek dat het effect van een eventuele beperking van de reikwijdte vooralsnog niet goed te kwantificeren is, maar waarschijnlijk ook niet tot grote kostenbesparingen zal leiden4.18. Ook de samenwerkende brancheorganisaties zien weinig in het beperken van de reikwijdte en verwachten meer resultaat van het verbeteren van de kwaliteit en dan met name de kwaliteit van de toegang4.19.