De Jeugdautoriteit (JA) wil problemen met de continuïteit van jeugdhulp helpen voorkomen en bijdragen aan een professionele ontwikkeling van het jeugdhulpstelsel. Dat doet de JA door onafhankelijk en deskundig advies te geven, te bemiddelen en kennis en ervaring te delen.
Taken van de Jeugdautoriteit
Monitoren en Signaleren
De Jeugdautoriteit doet zelfstandig onderzoek naar functioneren en doorontwikkelen van het jeugdhulpstelsel. Resultaten van onderzoeken deelt de JA in gevraagde en ongevraagde adviezen aan alle partijen in het stelsel.
Casuïstiek
De financieel adviseurs van de Jeugdautoriteit helpen problemen met de continuïteit van jeugdhulp op te lossen en te voorkomen. Als partijen in het stelsel er onderling – of met hulp van het OZJ – niet uitkomen, speelt de Jeugdautoriteit een verbindende rol.
Kennis en Verbinden
De JA publiceert regelmatig rapporten en onderzoeken en is altijd in gesprek met de verschillende spelers in het jeugdhulpstelsel. Door de verzamelde kennis toegankelijk te maken draagt de Jeugdautoriteit bij aan de ontwikkeling van het stelsel en kunnen problemen in de jeugdhulp mogelijk voorkomen worden.
Rapporteren
De Jeugdautoriteit rapporteert haar bevindingen gevraagd en ongevraagd aan de staatssecretaris, de minister, gemeenten, jeugdzorgregio’s, de VNG en jeugdhulporganisaties. De rapportages van de JA kunnen betrekking hebben op continuïteitsvraagstukken, op het nemen van bestuurlijke maatregelen en op het beleid ten aanzien van de Jeugdwet. Ook adviseert de Jeugdautoriteit in bijzondere gevallen ministers of staatssecretarissen over financiële ondersteuning aan organisaties waar de continuïteit van jeugdhulp in het geding is.